Grote Rekendag op de Panta Rhei in Tilburg, 16 april 2003
Algemeen
Openbare basisschool Panta Rhei ligt in het centrum van Tilburg. De sfeer is prima, veel deuren van klaslokalen staan open en het valt op dat de leerkrachten makkelijk bij elkaar naar binnen lopen.
De coordinerende leerkracht heeft vooraf duidelijk afgesproken welke leerkrachten meedoen, en bij welke leerkrachten er eventueel foto's gemaakt mogen worden voor internet (dit is aan de ouders gevraagd).
Het lijkt erop alsof bijna de hele school meedoet. In diverse klaslokalen is men dinsdag al begonnen met de opdrachten, zodat we links en rechts al wat bouwwerken zien van dierenkooien en eilanden die al aan het bord hangen. Op veel borden zien we dat de Grote Rekendag een prominente plaats heeft gekregen in het programma van vandaag.
Dierentuin
Kleuters
Een paar dagen van te voren hebben de kinderen een briefje mee naar huis gekregen, met daarin de mededeling dat de leerlingen woensdag (knuffel)beesten mee naar school mogen nemen (zolang ze niet levend zijn) voor de Grote Rekendag. Een jongetje heeft een doos bij zich met wel 7 giraffen, waarschijnlijk zijn lievelingsdier.
De leerkracht, begint in de kring. Op de grond ligt een grote berg dieren. De dieren moeten gecodeerd worden zodat iedereen na afloop nog weet welk dier van hem/haar is. Hier wordt een strategie bedacht met plakkertjes van verschillende kleuren. Hierna is het even pauze, even leker in de zon spelen. Na de pauze worden de dieren gegroepeerd: welke beesten zouden bij elkaar kunnen in een hok? Uitkomst uit dit gesprek:
-
gevaarlijke dieren;
-
dieren die een hok met dak moeten hebben, anders ontsnappen ze;
-
dieren die in het water leven;
-
dieren die in bomen leven;
-
boerderijdieren.
De indeling van de hokken is nu gemaakt.
Wat zie je nog meer in de dierentuin? Een kind heeft voor de poppetjes gezorgd: kassa-vrouwtje, oppasser, politieagent, bezoeker. Er moet dus nog een ingang gemaakt worden, een kassa, kaartjes om te verkopen. Verder speeltuin, ijskar.
Juf: paden en wegwijzers, legt dit uit. Kinderen zijn het ermee eens dat wegwijzers wel handig zijn, maar paden is volgens hun niet zo belangrijk; je kunt toch overal lopen, als de hokken maar dichtzitten.
Daarna maakt de juf groepjes: wie wil hok voor leeuwen maken? Wie maakt de wegwijzers? Ze kiest twee of drie kinderen uit voor dat groepje. Zo gaat ze door totdat ieder kind in een groepje zit.
De groepjes gaan nu aan de slag. Ze gebruiken verschillende materialen o.a. (houten) blokken, een simpele vorm van knex, papier. Op de gang wordt heus een hok van latten in elkaar getimmerd. Groepjes maken hun onderdeel op een plank, zodat ze later verplaatst kunnen worden. Verloopt goed, juf helpt waar nodig.
Na ongeveer 3 kwartier moeten de kinderen weer een kring vormen.
Inrichten van de dierentuin. Juf bespreekt welke plek voor welk onderdeel het meest geschikt is: wilde dieren achterin, kassa midden voor. In no time staat de dierentuin, alleen de wegwijzers moeten nog geplaatst worden. Het groepje dat deze gemaakt heeft, mag ze zelf op de goede plek zetten. Gaan ze morgen verder mee. Morgen is er ook tijd om met de dierentuin te spelen.
De kinderen gaan nu een hapje eten. Achter in de klas staat de dierentuin te pronken.
Groep 3-4
De leerkracht geeft bij de kennismaking met ons direkt aan: "Ik moest eerst wel erg veel in elkaar knutselen samen met de kinderen, is dit eigenlijk wel rekenen?" Vandaag ziet ze dat er veel meer rekenen in de activiteiten is terug te vinden.
Ze is de dag ervoor begonnen. Achter in de klas staat een mooi bouwsel. Bij het inrichten van de dierentuin hebben ze wel met veel dingen rekening gehouden. Zo hebben ze drie eet-faciliteiten in de tuin, deze moeten zo verdeeld worden dat je vanuit iedere hoek van de dierentuin niet te ver hoeft te lopen om iets te eten. Ook zijn toiletgebouwen en een EHBO post op een centrale plaats niet vergeten.
Vandaag gaan ze een plattegrond maken van de dierentuin. (Dit vindt de leerkracht echt rekenkundig). Eerst klassikaal op bord kort voorbeeld van een plattegrond. Legenda verzinnen levert een probleem op: p staat al voor pinguin, maar de p wordt ook gebruikt voor paard. Er ontstaat een discussie in de klas over hoe dit op te lossen; ze hadden beter voor getallen kunnen kiezen dan voor letters, nu maken ze er pi en pa van.
Nu gaan de leerlingen in groepjes aan de slag. Een aantal groepjes maakt een plattegrond, weer andere gaan de wegwijzers maken, de kinderen van groep 3 mogen beginnen met het maken van de rondleidingsboekjes. De leerkracht heeft van bestaande dierentuinen een aantal mooie voorbeelden hiervan meegenomen.
Wieringerzand
De leerkracht van groep 5-6 vindt het allemaal erg leuk. Ze heeft de leerlingen laten kiezen waarmee ze aan de gang willen en de leerlingen zijn in groepjes bezig (bungalow ontwerp, camping ontwerp, fietspaden, huisjes neerzetten in de zandtafel). Enkele leerlingen zijn bezig om de hoogte van het plafond van de klas op te meten om er achter te komen hoe hoog hun huis moet worden.
Een groepje jongens zit zeer geconcentreerd rond een monsterlijk grote rekenmachine en zij zijn bezig met een zeer ingewikkelde omrekeningsfactor om alle lengtes van alle fietspaden middels deze omrekeningsfactor bij elkaar op te tellen. Triomfantelijk komen ze op het magische getal 900. Ik vraag hun wat dat getal betekent. Dat is blijkbaar te veel gevraagd. Ze weten nu niet meer of dit km of m moet zijn. Eén jongen vind dit niet leuk en begint opnieuw te goochelen met getallen, de rest van de jongens haakt af en begint wat anders te doen. De ene jongen stopt er dan ook maar mee.
In de 2 zand-tafels zijn 2 eilanden ontstaan, behoorlijk natuurgetrouw. De kaart wordt er bijgehouden, wat opvalt is dat per groepje eigenlijk maar 1 kind steeds de vergelijking trekt met de kaart(en). De rest doet de uitvoering. De opdracht is wat aan de pittige kant, kan nog wel wat eenvoudiger.
Lutine
In de bovenbouw moet de activiteit (de Lutine) nog geheel beginnen. De leerkracht heeft een en ander goed voorbereid. Op het bord staat dat we tot de pauze er aan zullen werken en dan nog een tweede stuk na de pauze tot ongeveer 11.45 uur.
Ze heeft vantevoren groepjes leerlingen samengesteld en leest de namen van de leerlingen voor. De leerlingen gaan in deze groepjes zitten (aan de tafels die al standaard in groepsopstelling staan). Dan is het nog wat geklungel dat elke leerling ook alle materialen alvast op z'n tafel moet hebben liggen (potlood en liniaal, en per groep een schaar, punaise, stukje woldraad). De leerkracht deelt nu het pakket uit zoals dit op internet was te vinden. Voor elke leerling een eigen pakket met een nietje erdoor.
Als alles is uitgedeeld gaat ze op haar bureau zitten en vertelt het eerste stuk van de Lutine. Het is opvallend hoe rustig de leerlingen luisteren. Automatisch komen we bij de eerste opdracht en ze laat de kinderen met kleurpotloden de verschillende gebieden van het eiland inkleuren. Er wordt netjes gewerkt. Ik merk ook dat de leerlingen makkelijk in het verhaal getrokken worden.
Het bepalen van het midden van het eiland gaat vrij vlot. De liniaal wordt veelvuldig gebruikt en leerlingen discussieren over hoe je de 'lengte' en de 'breedte' van het eiland moet opmeten. Ik zie veel hulplijntjes verschijnen op de tekening, die min of meer de kustlijnen volgen.
Nu komt het omtrek probleem en de discussie over de relatie met oppervlakte. De leerkracht probeert het eerst aan de hand van het eiland naar voren te brengen (deze discussie), maar ik merk samen met haar dat de leerlingen het probleem niet kunnen verwoorden.
De leerkracht neemt een resolute beslissing en begint vier blokjes van 1 cm^2 op het bord te tekenen (2 x 2). Dit gebeurt allemaal klassikaal. Ze telt met enkele leerlingen samen de omtrekstukjes en schrijft dat op. Nu maakt ze een andere samenstelling van blokjes (weer 2 x 2, maar verschoven tov elkaar, zodat het geen vierkant meer is, maar een 'z'). Weer wordt er geteld wat de omtrek is.
We gaan verder. Nu komt het knippen en dan aan een punaise hangen met een draadje. Het blijkt dat het woldraadje iets te veel 'kringelt', die zou je eigenlijk moeten verzwaren, zodat je een meer exacte meting krijgt. Toch komen de leerlingen er makkelijk uit en verschijnen overal middelpunten van het eiland.
Het verhaal van de schat en het lopen middels het coordinatensysteem is het mooiste onderdeel van Lutine (blijkt ook later in de evaluatie, leerlingen noemen dit het vaakst). Het blijkt in het begin moeilijk om de labels 'oost' en 'noord' als echte 'ankerpunten' in de redenering van de leerling te krijgen. Veel leerlingen vinden de uitdrukking '3N, 6O' moeilijk te interpreteren: moet je nu eerst naar het oosten, of eerst naar het noorden, het coordinaat wordt makkelijk omgedraaid op de kaart. Wel is duidelijk dat iedereen weet waar het noorden ligt. Het redeneren met de schaal gaat redelijk makkelijk.
De uitkomst dat de schat een GPS is, is leuk bedacht, maar de leerkracht heeft er zelf nog nooit een in handen gehad. Ze vraagt - heel handig - aan leerlingen of zij weten wat een GPS is. De wijsneus van de klas heeft natuurlijk een vader met auto+navigatiesysteem, dus die begint te ratelen over de vakantie waar ze wel 20 keer moesten keren omdat haar vader het navigatiesysteem niet goed geprogrammeerd had. Vervolgens zegt een ander meisje dat zij er eentje kent die 'Miep' heet (ook een navigatiesysteem in een auto, met vrouwenstem Miep).
Vincent Jonker en Parul Slegers
|