Franse woordjes, jaartallen, grammaticaregels, formules voor het berekenen van de oppervlakte van allerlei figuren…… vroeger werd er heel veel uit het hoofd geleerd. Tegenwoordig is dat veel minder het geval. Dat vindt u misschien jammer, maar zo simpel ligt het niet. Bij de examens mogen de leerlingen een formulekaart gebruiken waar vrijwel elke formule op staat die ze in de loop van de jaren hebben geleerd. Maar, zoals een leerling zei: 'Als je niet weet welke formule je hebben moet schiet je er nog niks mee op!' En andere leerlingen merkten dat ze de kaart niet eens nodig hadden, de formules hadden ze al zo vaak gebruikt dat ze die toch wel uit hun hoofd wisten.
|
Tegenwoordig ligt de nadruk veel meer op begrip. De rekenmachine doet het werk maar je moet wel weten hoe je hem kunt inzetten en je moet inzicht hebben in de structuur van de getallen en kunnen schatten wat de uitkomst ongeveer is. Als je een opgave maakt over het aantal broden dat een gemiddeld gezin per jaar weggooit moet je goed kijken of je antwoord wel realistisch is; 45 broden per gezin per jaar is dat vast niet. Meetkunde begint niet meer zoals vroeger met allerlei vlakke figuren en hun eigenschappen maar met de ruimte om je heen en hoe je die drie dimensies tweedimensionaal kunt weergeven. Is die figuur wel wat hij lijkt? Ziet die figuur er van bovenaf net zo uit als van opzij? Hoe moet je beveiligingscamera's in een ruimte plaatsen zodat er geen 'dode hoeken' ontstaan? Daar valt inderdaad weinig aan uit je hoofd te leren.
|
|