De punten per som worden op de volgende manier berekend:
Ten eerste zijn je instellingen van invloed. Als het type sommen alleen
optellen is, dan is je sombonus 0. Bij aftrekken is je sombonus 1, voor alleen vermenigvuldigen 2 en voor de overige typen is je sombonus 3.
Door het instellen van de tijd per som bepaal je je tijdbonus: 10 - tijd per opgave.
Als je nu t seconden over een som doet en je antwoord zit in het lichtgroene gebied, dan is je score:
(10 - t) + sombonus + tijdbonus
Als je antwoord in het donkergroene gebied ligt, dan is je score:
(10 - t) + 2*sombonus + tijdbonus.
Handig om te weten is dat je tijdens het spel ook met de spatiebalk de volgende som kunt krijgen. Je hebt dan sneller je vingers bij de goede toetsen.
De verschillende rekenbewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, breuken en procenten) kunnen gekozen worden. Er zijn vijf mogelijkheden: Optellen, Optellen en Aftrekken, Vermenigvuldigen en Delen, Breuken en Procenten en alle bewerkingen door elkaar. Het idee achter de optie 'Breuken en Procenten' is dat leerlingen het verband tussen deze twee bewerkingen ontdekken door ze door elkaar aan te bieden. Bij Optellen, Vermenigvuldigen en Delen is het de bedoeling dat leerlingen ontdekken dat schatten makkelijker gaat door van links naar rechts te rekenen (bij 235 + 387 eerst de honderdtallen, dan de tientallen enzovoort) dan het cijferend van rechts naar links rekenen.
Naast de bewerkingen kan ook de snelheid van het spel ingesteld worden. Het idee hierachter is dat de snelheid een stimulans kan zijn om handige schat/rekenstrategieën te ontwikkelen en te gebruiken. Hoe hoger de snelheid, hoe minder tijd per opgave, maar hoe meer punten gehaald kunnen worden. Het is niet de bedoeling om het exacte antwoord te berekenen, maar om in een redelijke buurt van het antwoord te komen (ca. 5%). Als het antwoord buiten dat gebied zit, dan is er de mogelijkheid om het antwoord te verbeteren, de tijd loopt echter door.
Leerling: "Dat is gedeeld door 5, en 1/5 maal 600 is 120."
Docente: "Kan het ook anders?"
Leerling: "10% is ongeveer 60, en dan keer 2 is 120."
Kerndoel 2
B Rekenen, meten en schatten
Onderwerp Schattend rekenen, klas 1 Leerdoel 1 Handige hoofdrekenstrategieën ontwikkelen en gebruiken. Leerdoel 2 Orde van grootte van een uitkomst bepalen.
Onderwerp Procenten, klas 2 Leerdoel 1 Verhoudingsvraagstukken oplossen, zowel schattend als exact. Leerdoel 5 In eenvoudige gevallen breuk en percentage met elkaar in verband brengen.
Onderwerp Breuken, decimale getallen en de zakrekenmachine, klas 2 Leerdoel 1 In eenvoudige gevallen de samenhang zien tussen verhoudingen en breuken. Voorbeeld: 'een op de drie Nederlanders' interpreteren als '1/3 deel van het aantal Nederlanders'. Leerdoel 2 Breuk, decimaal getal, deling en 'deel van' met elkaar in verband brengen. Voorbeeld: waar zinvol 3/4 interpreteren als 3 : 4, of 4 van 3, of 3 x 1/4, of 0,75 keer.
Onderwerp Praktisch rekenen, klas 3 (B traject) Leerdoel 2 Rekenen met grote en kleine getallen. Leerdoel 7 Schattend rekenen zowel in kale sommen als in toepassingen.
Klassikaal bespreken van: