Maatkennis

In het realistisch reken-wiskundeonderwijs speelt het hebben van maatkennis een grote rol. Het komt bijvoorbeeld goed van pas bij het controleren van de uitkomst van een berekening op realiteitswaarde. Als er in de krant wordt beweerd dat 1.500.000 leerlingen dit jaar de basisschool verlaten, is het voor het controleren hiervan handig om te weten hoeveel basisscholen er ongeveer in Nederland zijn of hoeveel mensen er ongeveer in Nederland wonen. Deze 'weetjes' noemen we maatkennis.
Maatkennis heeft twee kanten

Enerzijds moeten leerlingen zich bij bepaalde maten iets kunnen voorstellen. De standaardmaten worden op deze manier voorstelbaar:

  • 1 kilogram = 1 pak suiker
  • 1 meter = een flinke stap
  • 1 hectare = twee voetbalvelden

Omgekeerd moeten leerlingen over allerlei getalsmatige informatie uit het dagelijks leven beschikken:

  • een deur is ongeveer 2 meter hoog
  • een emmer heeft een inhoud van 10 liter
  • een jaar heeft 365 dagen
  • je loopt ongeveer 5 kilometer per uur
  • je fietst ongeveer 15 kilometer per uur
  • in Nederland is de maximum snelheid 120 km/uur
Opbouw van maatkennis

Het gewicht van een pak suiker kan op een gegeven moment als referentiepunt dienen, waarvan nieuwe maatkennis wordt afgeleid. Denkend aan een pak suiker van één kilo kan bijvoorbeeld een schatting worden gemaakt van het gewicht van een stapeltje boeken. Zo ontstaat als het ware een netwerk van maatkennis.

Suggesties voor opbouw maatkennis:

  • Benut de maatkennis die terloops in de methode vermeld staat, die leerlingen in kringgesprekken inbrengen of die bij andere vakken aan de orde komt. Kortom, probeer situaties waarin maatkennis voorkomt 'uit te buiten'. Stel deze nadrukkelijk aan de orde of ter discussie in de klas.

  • Leg een matenboekje, -hoekje of -prikbord aan.
    Laat leerlingen zoveel mogelijk getallen rond een thema verzamelen. Zo'n thema kan 'het eigen lichaam' zijn: wat weeg ik? hoe lang ben ik? hoe oud ben ik? hoe hoog kan ik springen? hoe snel kan ik fietsen? hoeveel kan ik optillen? Andere thema's zijn: het restaurant, de winkel, sport, thuis, de klas. De bijbehorende getalsmatige informatie kan op het prikbord in de matenhoek geprikt worden en wekelijks bekeken worden en/of in een matenboekje worden genoteerd.
    Het 'Guinness Book of Records' kan bij het aanleggen van een matenboekje en/of matenhoekje goede diensten bewijzen.

  • Leg een verzameling van informele standaardmaten aan:
    1 kilogram = 1 pak suiker
    1 liter = een grote fles cola
    1 m3 = de doos van een wasmachine, enzovoort.
    Geef leerlingen gelegenheid om referentiematen aan den lijve te ervaren.

  • Laat leerlingen getalsmatige informatie verzamelen door naar het jeugdjournaal te kijken en berichten uit de krant te knippen. Laat ze hierover in de klas vertellen. Eventueel kunnen ze ook nog aanvullende informatie opzoeken op internet en in een encyclopedie.

Er bestaan tal van boekjes waarin allerlei wetenswaardigheden over maten staan. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Muijlwijk, R. (1995). Weet wat je meet. Vertellingen over maten en gewichten. Haarlem: Aramith.
  • Blocksma, M. & (Nederlandse bewerking) H. van Maanen (1990). De schaal van Richter en andere getallen. De ontcijfering van alledaagse nummers, cijfers, maten en gewichten. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakkker.
  • Het Guinness Book of Records.
guinness

Maatkennis is iets anders dan meten. Meten is een vaardigheid en bij maatkennis gaat het om 'weetjes'. Uiteraard hangt het meten nauw samen met maatkennis en levert het een belangrijke bijdrage aan de opbouw ervan. Meten is weten!