Een veel gebruikt voorbeeld om de toepassing van dynamische modellen in de ecologie te illustreren is een prooi-roofdiermodel. Aannames:

• Predators zijn voor voedsel volledig afhankelijk van prooidieren;
• Prooidieren kunnen altijd genoeg voedsel vinden;
• Geboorte-, sterfte- en migratiecijfers zijn evenredig met de omvang van de populatie;
• Het aantal ontmoetingen tussen prooidieren en predators is evenredig met de omvang van de beide populaties;
• Er vindt geen selectie plaats.

Kortom: in eerste instantie zijn er weinig prooi- en roofdieren. Vervolgens neemt het aantal prooidieren toe, waarna het aantal roofdieren ook toeneemt (er is immers meer voedsel voor hen beschikbaar). Het aantal prooidieren neemt daardoor af, waarna het aantal roofdieren ook weer afneemt. Zo gaat dit periodiek door.

Verwijzingen

• Opdracht voor leerling (3 havo/vwo)
• Handleiding voor docent
• simulatie op de computer (hazen en lynxen) (flash-gebaseerd)
• simuliatie op de computer (schapen en wolven) (netlogo-gebaseerd)