Werkgroep 3
Inleiding
ULAB is een gebruiksvriendelijk, draagbaar, grafisch meetsysteem, dat op verschillende manieren in de klas of in het veld kan worden ingezet:
In de werkgroep werden de mogelijkheden van dit apparaat uitgelegd en gedemonstreerd en was er gelegenheid om zelf enige proefjes uit te voeren.
ULAB is voorzien van FLASH geheugen, waardoor het mogelijk is om de interne software (het besturingssysteem en de sensorbibliotheek) later zonodig zelf op te waarderen, waardoor nieuwe functionaliteit en verbeteringen eenvoudig worden doorgevoerd. Het geheugen kan tot 250.000 meetpunten (512 kB) in maximaal 99 meetseries bevatten. ULAB kan tot 6 kanalen (waarvan tot 4 tellers) tegelijkertijd bemeten, met bemonsteringsfrequenties tot max. 100 kHz. Bovendien kan ULAB direct frequenties meten tot ca. 1600 Hz. ULAB wordt gevoed met de interne accu's of via het lichtnet.
De nieuwe intelligente CMA-sensoren worden direct herkend en de in de sensor opgeslagen ijking wordt automatisch gebruikt.
ULAB is voorzien van:Gebruik
![]() |
Fig. 2 Het knoppenpaneel van ULAB |
Bij gebruik als datalogger functioneert ULAB als een geheel zelfstandig meetapparaat. Zo kunnen op allerlei plekken metingen worden gedaan, (juist) daar waar het niet mogelijk is een computer te gebruiken. Bijvoorbeeld in en rond school of huis, in een vervoermiddel (fiets, auto) of in kermisattracties, enz.
Naast echt veldwerk is ULAB ook zeer geschikt voor metingen in de klas, omdat er tijdens het experiment geen computer meer aanwezig hoeft te zijn. Ook in geval van langdurige metingen of profielwerkstukken hoeft u geen com-puter meer in te zetten.
De experimentinstellingen kunnen vanuit Coach naar ULAB worden verstuurd of geheel op ULAB worden gemaakt. Dit gebeurt met de knoppen van het bedieningspaneel en de interne (menugestuurde) software. De bediening is even wennen, maar in de werkgroep heeft iedereen het snel in de vingers.
Naast de op ULAB gemaakte meetinstelling kunnen drie complete sets met meetinstellingen vanuit Coach worden opgeslagen en direct vanaf ULAB worden gekozen.
ULAB heeft een eigen sensorbibliotheek met de (ijk)gegevens van veelgebruikte sensoren. IJkingen van andere sensoren kunnen vanuit Coach verstuurd worden. De meetresultaten verschijnen in tabel- of in grafiekvorm op het scherm en kunnen zo worden beoordeeld op kwaliteit. Er zijn eenvoudige functies voor het uitlezen van punten, minimum- en maximumwaarde, gemiddelde en vergroten/verkleinen aanwezig.
Belangrijk is dat er voldoende geheugen beschikbaar is (tot 99 meetseries met in totaal 250.000 punten), zodat het niet nodig is steeds naar de computer terug te keren om het geheugen te legen.
Nadien kunnen de meetseries in Coach 5 worden binnengehaald ter verwerking of analyse.
In dataloggermodus wordt een meting volgens de ingestelde experimentinstelling gedaan en opgeslagen, terwijl bij de multimetermodus de actuele meetwaarden worden weergegeven (als getal of als grafiek) en niet opgeslagen.
Bij gebruik als interface is de computer de 'master' en de met de computer verbonden ULAB de 'slave'. De meetgegevens komen nu in real-time binnen in Coach, zoals u bijv. gewend bent bij CoachLab II.
Meer informatie vindt u op de CMA-website (http://www.cma.science.uva.nl).