In dit practicum gaan jullie onderzoeken wanneer hoeken in verschillende ruimtefiguren in werkelijkheid recht (90 0 ) zijn. Het gezegde `schijn bedriegt' is zeer toepasselijk in deze les.
1. Kies uit het
Bestand
-menu de opdracht
Open
en laat vervolgens Kubus_3 tekenen.
Kies
de bewerking
Schuiven
.
Zorg ervoor dat het schuiven alleen met het snijvlak gebeurt door onder het menu aan te geven dat
Bewerken
alleen met het
Snijvlak
gebeurt (het vinkje in de balk onder het menu staat alleen in het hokje van Snijvlak).
Als je dan gaat schuiven tekent het programma allemaal evenwijdige doorsneden.
Beweeg de driehoekige doorsnede achteruit tot je het plaatje van hieronder krijgt.
De driehoekige doorsnede is een speciaal soort driehoek.Welke?
Kies nu uit het menu
Snijden
de opdracht
Toon snijvlak
en kijk of je antwoord op de vorige vraag klopt.
Beweeg de driehoekige doorsnede nog eens verder achteruit.
Welke vormen kom je tegen?
2. Zorg dat Doorzien een lege kubus tekent door het bestand kubus te openen.
Een doorsnede kun je nu zelf maken door drie punten op de ribben te kiezen waar dan de doorsnede doorheen gaat.
Geef uit het menu
Snijden
de opdracht
Maak vlak
en zorg dat onderstaande doorsnede in de kubus wordt getekend.
Wat voor een vorm heeft deze doorsnede in werkelijkheid, denk je?
Onderzoek met behulp van
Vorm vlak
of je de vorige vraag goed beantwoord hebt.
Hoeveel rechte hoeken zitten dus in dit vlak?
Teken de doorsnede in de werkelijke vorm na met je geodriehoek.
Kleur hierin twee rechthoekige driehoeken.
3. Hieronder staan vijf driehoeken in een kubus gearceerd. M en P zijn de middens van de ribben.
Schrijf op welke driehoeken volgens jou zeker rechthoekig zijn.
4. Onderzoek met behulp van
Maak vlak
en
Toon snijvlak
of je de vorige vraag goed beantwoord hebt.
Kies hiervoor eerst met
Maak vlak
het vlak waarin de driehoek ligt, bekijk met
Toon snijvlak
daarna de doorsnede die je krijgt in werkelijke vorm. Je kunt het vlak in een rechte stand krijgen door deze te draaien.
5. Beredeneer vervolgens met behulp van de vorm van de doorsnede of de driehoek rechthoekig is.
Teken de doorsnede zo goed mogelijk met de geodriehoek na. Zet de letters uit de figuren hierboven op de goede plaats in de tekening van de doorsnede.
Kleur de driehoek waar het om gaat in de doorsnede. Zet erbij of de driehoek rechthoekig is of niet.
6. Hieronder staan vijf driehoeken in een ruimtefiguur gearceerd. M en P zijn de middens van de ribben.
Schrijf op welke driehoeken volgens jou zeker rechthoekig zijn.
Kies van
Figuren
Haal op
, en kies de juiste figuur.
Onderzoek met behulp van
Maak vlak
en
Vorm vlak
of je de vorige vraag goed beantwoord hebt.
Kies hiervoor eerst met
Maak vlak
het vlak waarin deze driehoek ligt, bekijk met
Vorm vlak
daarna de doorsnede die je krijgt in werkelijke vorm.
7. Teken deze doorsnede zo goed mogelijk met de geodriehoek na. Zet de letters erbij en kleur de driehoek. Zet erbij of de driehoek rechthoekig is of niet.