[Volgende] [Vorige] [Grafieken] [Inhoud]

Grafieken


Posterverkoop

Een winkelier verkoopt posters voor f 8,- per stuk. Het kost geld om de poster te laten maken: ontwerpkosten, papier, verzendkosten, arbeid, machines, en dergelijke. Sommige kosten komen slechts één keer voor. Hij hoeft bijvoorbeeld maar één keer te betalen voor het maken van een foto. Andere kosten hangen samen met het aantal exemplaren: voor het papier betaalt hij meer als hij meer posters bestelt.

De winkelier heeft een formule waarmee hij kan uitrekenen hoe groot de totale kosten zijn:

kosten = 0.002 * aantal ² + 3.3 * aantal + 200

1.
Hoe groot zijn de kosten als hij nog niet één poster heeft laten maken?
2.
Je kunt de totale kosten uitrekenen met deze formule. Bereken de kosten maar eens voor 500 posters (aantal = 500).

Gelukkig heeft de winkelier ook een formule voor zijn inkomsten. Hij vraagt voor elke poster f 8,-. Als hij 100 posters verkoopt, dan ontvangt hij f 800,-. Een formule voor zijn inkomsten is dus:

inkomsten = 8 * aantal

Om beide formules goed met elkaar te kunnen vergelijken, kun je van deze inkomsten en kosten een grafiek maken. Dit ga je doen met vu-grafiek
* Verwijder alle assen.
* Zorg, dat je bij het opgeven van de assen het volgende invult:.

Voer nu de formule in voor de kosten:

Ook de formule voor de inkomsten kun je invoeren:

Bekijk nu beide grafieken (`groot').

3.
Bij welk aantal verkochte posters zijn de kosten (A) gelijk aan de inkomsten (B)?
Hoe zie je dat in de grafiek?
Wat kun je dan zeggen over de winst van de winkelier?

Je kunt vu-grafiek op een eenvoudige manier de grafiek voor de winst laten tekenen.

Winst is het verschil tussen inkomsten en kosten.

Kijk in het hoofdmenu en zoek de volgende optie:

De twee formules verschijnen in beeld met een A en een B ervoor en een hokje.
Ga eerst op B staan en druk op [Enter], daarna doe je met A hetzelfde.
Bekijk de grafiek (`groot').

4.
Hoeveel posters kan de winkelier het beste laten maken?
5.
Hoe zie je dat in de grafiek van de winst?
6.
Bekijk ook eens de tabel. Zoek uit of je nog nauwkeuriger kunt zijn in je antwoord.
(Maak de stapgrootte groter of kleiner met [<] of [>].

Wiskunde met PIT - 20 OCT 95
[Volgende] [Vorige] [Grafieken] [Inhoud]

Generated with CERN WebMaker