![]() Klik op het plaatje om de grafiek te zien |
Het pictogram werd voor het eerst
geïntroduceerd door M.G. Mullhall (1836-1900). Populair was
vooral zijn Dictionary of Statistics uit 1884, waaraan de figuur hiernaast
is ontleend.
In de figuur zijn de wagons, die in het origineel groen en paars gekleurd waren, gerangschikt naar afnemende grootte. Iedere wagon stelt een land voor en zijn grootte is evenredig met de grootte van de weer te geven variabele: in de bovenste helft geïnvesteerd kapitaal, in de onderste helft getransporteerde passagiers en vracht. |
![]() Klik op het plaatje om de grafiek te zien |
Het gebruik van
pictogrammen kwam tot een hoogtepunt in de zgn. "Wiener Methode der Bildstatistik",
de beeldtaal die Otto Neurath (1882-1945) ontwierp als directeur
van het Gesellschaft- und Wirtschaftsmuseum dat in 1924 in Wenen werd geopend.
Neurath, een van de leden van de "Wiener Kreis", standaardiseerde de gebruikte
symbolen. In het voorbeeld hiernaast
staat iedere baby voor 20 000 geboorten, terwijl iedere doodskist 20 000 sterfgevallen
voorstelt. Neurath meende dat deze beeldtaal niet alleen zou bijdragen aan de
"Aufkläring" van de massa's, maar ook een middel zou zijn om te komen tot
de door de Wiener Kreis nagestreefde eenheid van de wetenschap. Het Museum
produceerde grote hoeveelheden pictogrammen.
|
![]() Klik op het plaatje om de grafiek te zien |
In de tweede helft van deze
eeuw heeft het belang van de grafische representatie als uitgangspunt voor
een analyse van statistische gegevens nieuwe impulsen gekregen, o.a. door
het werk van John Tukey (bijv. in zijn boek Exploratory Data Analysis
van 1977) - de uitvinder van het stam-blad-diagram en de popularisator
van de "box plot". |
Heden ten dage is de grafiek nauwelijks meer weg te denken uit ons dagelijks leven. De media maken er uitgebreid gebruik van, niet alleen om kwantitatieve gegevens weer te geven, maak vaak ook als "verluchtiging". Niet altijd wordt er een goed evenwicht tussen die twee zaken gevonden. Met name de kranten zondigen nogal eens tegen een van de criteria die Edward Tufte aanlegt voor een goede grafiek, de maximalisatie van wat hij de "data-ink ratio" noemt: een zo hoog mogelijk percentage van de gebruikte inkt zou moeten dienen voor het overbrengen van informatie. | |
De opmars van de computer heeft niet alleen het ontwerpen van grafieken een stuk gemakkelijker gemaakt, maar biedt ook mogelijkheden voor geheel nieuwe typen grafieken. Zo is het bijv. mogelijk driedimensionale grafieken van alle kanten te bekijken. Ook komen er, met name uit de hoek van de gespecialiseerde statistische software, grafieken die echt interactief zijn, waar de gebruiker dus van alles zelf mee kan doen. |
![]() |
volgende bladzijde ![]() |